1. Nationaal ozon- en hitteplan
Sinds 2005 heeft België een nationaal ozon- en hitteplan. In dit plan wordt beschreven op welke manier de Belgische bevolking zal gewaarschuwd worden wanneer er volksgezondheidsproblemen worden verwacht door periodes van zeer warm weer (vb. hittegolf). In dit plan wordt ook rekening gehouden met de ozonconcentraties omdat deze een bijkomend negatief effect hebben op de volksgezondheid tijdens deze warmteperiodes. De combinatie van zowel temperatuurs- als ozoncriteria maakt het Belgische plan uniek.
Dit plan wordt opgevolgd binnen het Nationaal Milieugezondheidsactieplan (NEHAP). Vertegenwoordigers van alle betrokken diensten in België (Federaal, Gewest en Gemeenschap) volgen de uitvoering en evaluatie van het nationale plan op. Tot en met 2014 was de Federale overheid bevoegd voor de uitvoering van dit plan. Meer concreet zorgden zij voor het versturen van de waarschuwingen en de sensibilisering van de bevolking en betrokken actoren. De regionale overheden zorgden voor de ondersteuning van de communicatie.
Door de 6de staatshervorming werden de bevoegdheden voor de uitvoering van het Nationaal ozon- en hitteplan geregionaliseerd. Voortaan is het voor Vlaanderen het Agentschap Zorg en Gezondheid, dat zorgt voor het uitsturen van de warmtewaarschuwingen en de sensibilisering van zowel de algemene bevolking als van organisaties en professionelen die werken naar kwetsbare groepen. De uitvoering hiervan wordt beschreven in het Vlaams Warmteactieplan.
De alarmfase, die als een crisisfase wordt aanzien, blijft echter een Federale bevoegdheid. De regionale overheden ondersteunen wel de communicatie tijdens deze fase.
Sinds 2015 bundelt het nationale ozon- en hitteplan alle regionale en federale initiatieven rond ozon en hitte. De afstemming tussen alle overheden blijft gebeuren binnen het NEHAP.
Onder impuls van Zorg en Gezondheid werden in 2017 de criteria voor de opstart van de waarschuwingsfase vereenvoudigd. De waarschuwingsfase werd ook teruggebracht naar 1 fase in plaats van 2 (zie verder).
In 2019, tenslotte, werden ook de criteria voor het opstarten van de alarmfase herbekeken (zie verder).
2. Vlaams Warmteactieplan
Dit plan schetst de krijtlijnen over hoe en wanneer kwetsbare doelgroepen - en professionals die werken met die doelgroepen - geïnformeerd en gewaarschuwd moeten worden voor en tijdens warmteperiodes. Het actieplan biedt ook handvaten aan professionals om preventieve acties te ondernemen om zo, gezondheidseffecten als gevolg van warmte, te voorkomen. Het Vlaams Warmteactieplan bestaat uit een waakzaamheids- en waarschuwingsfase.
a. Waakzaamheidsfase
Vanaf 15 mei tot en met 30 september worden de voorspellingen van de maximumtemperatuur in Ukkel opgevolgd door het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI). De Intergewestelijke Cel voor het Leefmilieu (IRCEL) volgt de ozonconcentraties en de ozonvoorspellingen op tijdens dezelfde periode. IRCEL bundelt deze gegevens en toetst deze aan de criteria van de waarschuwingsfase en alarmfase. Wanneer aan de criteria wordt voldaan waarschuwen zij de betrokken overheden.
Tijdens de waakzaamheidsfase vraagt Zorg en Gezondheid aan de professionelen die werken met kwetsbare doelgroepen om zich voor te bereiden op een mogelijke periode van langdurig warm weer. Op 15 mei verstuurt Zorg en Gezondheid een nieuwsbrief naar deze professionelen waarbij de problematiek opnieuw onder de aandacht wordt gebracht en wordt verwezen naar de campagnewebsite www.warmedagen.be. Op deze website wordt de nodige ondersteunende informatie voorzien. Om een duurzaam beleid rond de warmteproblematiek op te bouwen, waar verder gedacht wordt dan ad hoc maatregelen op het moment van een warmteperiode, stimuleert Zorg en Gezondheid, met ondersteuning van de Medisch Milieukundigen van de Logo’s, lokale besturen en professionelen die werken naar kwetsbare groepen om een lokaal gezondheidsplan Warme Dagen op te maken. Door afstemming, netwerking en informatie-uitwisseling tussen betrokken partijen binnen een organisatie kan gekomen worden tot een plan waarbij vooruitziend gewerkt wordt rond de warmteproblematiek en waarbij een mix van momentane acties en lange termijn inzichten een duurzaam beleid mogelijk maken.
b. Waarschuwingsfase
De waarschuwingsfase wordt afgekondigd op het moment dat mogelijke gezondheidseffecten door erg warme temperaturen worden verwacht. De algemene bevolking én de professionelen die werken naar kwetsbare doelgroepen worden op dat moment gevraagd om extra maatregelen te nemen (die idealiter zijn opgenomen in een lokaal gezondheidsplan Warme Dagen) om zichzelf en risicogroepen te beschermen. Zorg en Gezondheid verstuurt hiervoor een nieuwsbrief en zal via de pers de algemene bevolking inlichten.
Sinds 2017 zijn de criteria om de waarschuwingsfase op te starten vereenvoudigd. Zo wordt gekeken naar de 5-daagse voorspelling van de maximum temperatuur in Ukkel. De ozonconcentraties worden, voor deze fase, niet meer opgenomen als criterium. Het voordeel van deze wijziging zit hem in het feit dat organisaties niet meer op de eerste erg warme dag gewaarschuwd worden, maar één of twee dagen op voorhand. De organisaties en professionelen die werken naar kwetsbare groepen hebben daardoor meer tijd dan vroeger om zich organisatorisch klaar te maken voor extra maatregelen.
Criterium waarschuwingsfase:
De voorspelde maximumtemperaturen in Ukkel worden opgevolgd. De waarschuwingsfase wordt afgekondigd wanneer Tcumul, op Dag 0, hoger of gelijk is aan 17°C. Tcumul op Dag 0 is de som van het verschil tussen de ‘maximum voorspelde temperatuur’ en 25°C voor de volgende vijf dagen (Dag +1 tot Dag +5), waarbij enkel de positieve verschillen in rekening worden gebracht. Voorbeeld:
Dag |
Voorspelde maximum temperatuur (°C) |
Aantal °C boven 25°C |
Tcumul (°C) (dag 1 tot en met dag 5) |
Dag 0 (vandaag) |
25 |
22 |
|
Dag 1 |
27 |
2 |
|
Dag 2 |
29 |
4 |
|
Dag 3 |
31 |
6 |
|
Dag 4 |
30 |
5 |
|
Dag 5 |
30 |
5 |
De waarschuwingsfase wordt op dag 0 opgestart. In de communicatie zal eveneens vermeld worden wanneer de effectieve warmteperiode zal beginnen. Dit gebeurt op de dag, in de waarschuwingsfase, waarbij 28°C wordt voorspeld. In bovenstaand voorbeeld zal de warmteperiode starten op dag 2.
3. Federale Alarmfase
Sinds het ontstaan van het nationale ozon- en hitteplan, werd de alarmfase nog maar één keer afgekondigd, nl. in de zomer van 2020. Deze fase wordt aanzien als een crisisfase en is belangrijk om extra maatregelen te kunnen (laten) nemen bovenop de maatregelen die reeds genomen worden tijdens de waarschuwingsfase.
Wanneer aan de criteria van de alarmfase wordt voldaan, wordt die nog niet automatisch opgestart. Experten en beleidsmakers zullen in overleg afwegen of een opschaling naar de hoogste fase van het nationale ozon- en hitteplan nodig is.
Sinds 2019 werden de criteria voor de alarmfase herbekeken. Dit maakt dat er makkelijker aan de criteria zal voldaan worden, maar de afweging door experten en beleidsmakers blijft wel bestaan.
Criteria alarmfase:
Het temperatuurcriterium voor de waarschuwingsfase is bereikt.
EN
De maximale voorspelde temperatuur voor de dag zelf is hoger of gelijk aan 28°C.
EN
Er werd de vorige dag, op minstens één ozonmeetplaats in België, een uurgemiddelde ozonconcentratie hoger dan 180 μg/m³ (EU-informatiedrempel) gemeten EN er wordt voor de dag zelf, in een beduidend deel van het land, een uurgemiddelde ozonconcentratie hoger dan 180 μg/m³ (EU-informatiedrempel) voorspeld.
EN
De reeds genomen maatregelen moeten worden versterkt. Wanneer de alarmfase wordt opgestart, zal de communicatie gebeuren door de Federale overheid. De regionale overheden (Zorg en Gezondheid voor Vlaanderen) zullen de communicatie naar organisaties en professionelen ondersteunen.